Het originele ontwerp voor het nieuwe onderkomen

Zaagbek

In de vernieuwde Zaagbek is het lekker licht en warm, nu er elektriciteit is. Ik loop het nieuwe materiaalhok in. Wat hangt er veel gereedschap, en zo keurig in het gelid. Buiten hoor ik een motor starten. Andries zet zijn minishovel aan om duizenden kilo's schelpen in grote zakken naar de rand van het bevroren meertje te brengen. Daar staat al een rij kruiwagens opgesteld met daarachter gemotiveerde mannen en vrouwen in de oranjebruine kleuren van de vrijwilligerskleding van SBB. Het verdere transport zal over het ijs gaan. Even later zoeft een auto met daarachter de aanhanger vol gereedschap naar weer een andere werklocatie, gevolgd door de witte bestelbus van Bert, die de nodige knotters bij een derde locatie gaat afleveren. Op zo'n moment denk ik vol trots:“Een echt bedrijf zou er niet veel professioneler uitzien!”

Groter dus te klein

Vorig seizoen waren de knotters nog closer met elkaar dan anders. Niet omdat ze nog betere vrienden waren geworden (dat kan bijna niet!), maar omdat de Zaagbek door de nog steeds aangroeiende hoeveelheid landschapsvrijwilligers langzamerhand te klein werd. We zaten in onze pauzes bijna bij elkaar op schoot. En ook het Nonnetje werd te klein voor de uitdijende hoeveelheid gereedschappen en materiaal. Het oorspronkelijke ‘Plan’ Dus werd er in de zomer van 2012 een plan van Jan Kerkvliet tot uitvoer gebracht. We vervingen het Nonnetje door een grote stalen container. Daarmee konden we ook de Zaagbek wat vergroten (door het materiaalhokje er bij te trekken). Na de nodige voorbereidende werkzaamheden (Nonnetje verwijderen, grond uitvlakken, tegels neerleggen, bomen snoeien) kwam op 12 juli 2012 een grote vrachtwagen met kraan het erf van Jan oprijden, om de container af te leveren. In de weken daarna werd met man en macht door een klein groepje gewerkt aan het opknappen en inrichten van de nieuwe aanwinst. Zonder anderen te kort te willen doen, noem ik hier met nameen. In de container, die we “de Specht” gedoopt hebben, werden de wanden bekleed met OSB-platen, die werden geschilderd, er werd licht aangebracht (we hebben nu ook stroom!), er werden stellingen gebouwd en haken opgehangen etc. En de tussenwand tussen het personeelsverblijf en het materiaalhok van de Zaagbek werd gesloopt, waarna het geheel opnieuw werd ingericht als winterverblijf voor de knotters. Met de onthulling van het naambordje “plein” door de gelukkige zelf, werd begin september 2012 even bij deze mijlpaal stilgestaan. Hetplein is het doorbetegelde stukje vóór de Specht.

In augustus werd er weer op twee zaterdagen gemaaid voor de vogelhut. Twee dingen deden we anders dan normaliter. Ten eerste maaiden we een minder groot oppervlak, zodat wat meer overjarig riet blijft staan, en ten tweede gooiden we een flink deel van het afgemaaide materiaal op twee zogeheten ruiters. Dat laatste was een idee van. Het is een leuk gezicht en we hopen er weer wat meer natuurwaarden mee te creëren.

Er werd de gehele zomer flink doorgewerkt. Niet alleen aan de Specht en het maaien voor de hut, maar ook met maaiwerk aan de paden van de Kruiskade (vooral door Bert van de Zwaan) en met het opruimen van zwerfvuil (vooral door). En ook werd er natuurlijk weer veel hout gekloofd en verkocht! Als aanloop van het nieuwe knotseizoen gingen op 19 oktober 2012 zeventien vrolijke knotters met elkaar een lang weekend naar Eext in Drenthe, om daar een ochtend mee te werken met oud VWG-lidin het SBB-terrein Nijlanderesch. De rest van het weekend werd er veel gewandeld in het Drentse Aa-gebied, veel gelachen, veel gegeten en… er werd ook nog wat gedronken. We lieten zelfs een fles jenever staan, omdat we die niet meer op konden!

Essentaksterfte

Ook dit seizoen verliep een beetje anders dan normaal. Dat kwam door de gevreesde epidemie, die ook onze kade heeft bereikt: de essentaksterfte. Dit is een ziekte veroorzaakt door een schimmel, die in razend tempo de Europese essen bedreigt. Op termijn kan dit leiden tot een sterfte van 80 tot 90% van alle essen. Onze kade bestaat voor een groot gedeelte uit essen.

Essentaksterfte
Aangetaste Es

Essensterfte, ook wel essentaksterfte genoemd, was in het buitenland al langer bekend. Inmiddels is de ziekte ook op diverse plaatsen in Nederland aangetroffen. Vooral de gewone es (Fraxinus excelsior) en de smalbladige es (Fraxinus angustifolia) worden aangetast. Veroorzaker is een schimmelsoort (Chalara fraxinea). Het lijkt hier te gaan om een genetisch veranderde schimmel, die normaal gesproken als saprofyt bekend staat, maar zich nu parasitair gedraagt. Ook de plaats van afbraak is veranderd: de schimmel groeit niet meer alleen op het blad, maar dringt nu ook via het blad de twijgen binnen. (red.)

De ziekte grijpt met name aan op jonge essentakken. Dus juist na knotactiviteiten aan essen neemt de kans op besmetting met deze schimmel toe. Dat is de reden dat we ook dit seizoen geen enkele es mochten knotten. Wel mochten we essen in zijn geheel verwijderen. Dat betekent dat we een perceel essenbos in tegenstelling tot voorgaande jaren niet gingen omvormen tot essenhakhout, maar stevig gingen dunnen. Daarmee begonnen we op de eerste knotdag, 27 oktober 2012. Het werd de voornaamste klus van dit seizoen. Er is heel veel essenhout mee verzameld, dat weer een jaartje in de Houtsnip mag drogen.

Het was die eerste knotdag heerlijk weer, veel zon. Naast deze klus werd er een begin gemaakt met het uitdunnen van het populierenperceel in de buurt van boer Koot. Daar moeten om en om bomen tussenuit. Flinke knapen!! Dus motorzagenwerk voor onze specialist Sjon en sjouwwerk voor een paar geharde stevige hulpen. Vier grote bomen gingen om. Later dit seizoen zou er nog een aantal volgen. Daarnaast werd een begin gemaakt met het uitdunnen van de erfbeplanting rond de boerderij van de familie Kerkvliet. Bovendien werd er gemaaid in de buurt van de vogelhut, ter voorbereiding op de Natuurwerkdag (een pad naar de knotwilgjes in het moeras). Met al die klussen gingen 23 mannen en vrouwen aan de slag. Een mooie opkomst voor de eerste dag!

Natuurwerkdag

Daarna volgde de Natuurwerkdag, gelukkig dit keer een editie met niet al te slecht weer. We hadden een grotere opkomst dan ooit tevoren: 56 mensen, waaronder 17 jeugdigen en kinderen (o.a. een scoutinggroep). Als nieuwe klus hadden we het aanplanten van door SBB geleverde struikjes in de buurt van boer Koot. We willen daar een vogel- en vlindervriendelijke haag aanleggen met diverse inheemse struiken. Verder werden op diverse plaatsen wilgen geknot en geplant, en werd er verder gewerkt aan het dunnen van het perceel essenbos. Bovendien werd er gewerkt aan het opknappen van de erfbeplanting op het erf van.

Ook werd er dit seizoen weer gewerkt op de kade zelf. Bij Menken maakten we een tweede toegangshek, om de mountainbikers te weren. Daar werden ook nieuwe wilgen en struikjes aangeplant op een schoongemaakt deel tussen beide hekken. Andere, bestaande hekken met vlechtschermen op de kade werden gereviseerd. Bij het infopaneel werd een nieuwe fietsenstalling aangelegd. In één van de bospercelen langs de weg stond een viertal dode wilgen, die bij harde wind gevaar voor de weggebruikers zouden kunnen gaan opleveren. Deze bomen werden vakkundig door onze knotploeg verwijderd.

Her en der werden op de kade nieuwe struikjes aangeplant. Een flink aantal wilgen op de kade werd teruggezet. Op de voorlaatste knotdag werd hierbij een oude traditie luister bijgezet. Niet één, maar zelfs twee knotters liepen bij het werken aan de over het water hangende wilgen een nat pak op; Dinette zette haar al enige seizoenen durende recordpoging voort, met een bescheiden plonsje. Maar nieuwe knotter Gerben wist na een fraaie pirouette geheel kopje onder te gaan. De prijs voor de mooiste tewaterlating gaat dit seizoen naar hem!

In het zgn. driehoeksbos werd door Sjon nog een tweede inham gezaagd. Het zware omgezaagde populierenhout mag ter plaatse gewoon blijven liggen. Dat wordt een ruig maar mooi stukje natuur!

Aan de rechterzijde van de vogelhut, richting de overstort, werd een gedeelte van het bos uitgedund, om ruimte en licht te maken voor de aanplant van wat gemene stekelstruiken. In het verleden werd daar door onbevoegden geregeld gelopen. En dat terwijl de rust op de plas voor de hut zo belangrijk is. Hopelijk lossen we dat probleem op deze wijze op. Bovendien werd het bosje dat de toegangsweg naar de vogelhut afschermt van het plasje, verder uitgedund door het verwijderen van een aantal essen en het ringen van twee andere essen.

Zwaar werk door de Lions
Zwaar werk

Lions

Extra knotdagen in verband met de komst van de Lions waren er op 8 december 2012 en op 23 februari 2013. Op 8 december kwamen er naast 4 Lions, twee maatschappelijk stagiaires (twee jongens, begonnen op de Natuurwerkdag, en daarna nog een paar keer teruggekeerd, erg leuk!) van onze eigen groep zo maar 16 eigen knotters opdraven. De Lions hielden zich onder leiding vanbezig met het afronden van de knotklus aan een zevental flinke wilgen in de buurt van de ooievaarspaal. Op 23 februari gingen 4 Lions onder leiding vanenaan de slag met diverse wilgen op de kade, 2 andere Lions hielpen bij de groep vanmee in het essenperceel. De overige knotters werkten op deze dag op het erf vanaan de erfbeplanting. Een enorme wilg werd met behulp van een telescoopkraan en motorzaag een flinke kop kleiner gemaakt.

Lambiek

engingen ook verder met hun project “vogeleiland van Lambiek”. Vorig seizoen was er onder hun bezielende leiding al het nodige gebeurd, maar het riet en andere planten hadden het eiland al weer heroverd. Dit seizoen een tweede poging. Eerst verwijderden de twee harde werkers al het onkruid van het eiland. Toen het in januari 2013 eenmaal aan het vriezen was geslagen kon het eiland weer over het ijs worden bereikt en werd tijdens een reguliere en twee extra knotochtenden in totaal 6,5 kuub schelpen door een aantal dappere knotters met kruiwagens over het ijs vervoerd en ter plaatse uitgestrooid. De laatste van die drie dagen, zaterdag 26 januari 2013, had het al twee weken gevroren. Bekend was dat de dag daarop de dooi zou inzetten. Nu moesten dus zo veel mogelijk ijsklussen worden afgerond. We hadden twaalf knotters ter beschikking. Naast het kruien van de laatste twee kuub schelpen werd hout van de essendunlocatie over het ijs afgevoerd, deels ook met kruiwagens. Toen die klussen al snel waren geklaard, gingen we houtopslag uit het moerasje in de buurt van De Groot verwijderen. Dit is de derde winter op rij dat dat gebeurt; het volume van de opslag begint af te nemen. Goed voor de roerdomp! Als laatste klus  werd de linde op het eilandje bij dat moerasje weer vrijgezet. De afkomende takken werden op de kade gegooid. Die zouden later weer worden opgeruimd.

Ook in de winter gingen we (vnl.) door met het opruimen van de kade, de randen van de weg en het bos. Er werden weer bijzondere dingen gevonden, waarvan ik hier noem een achterwiel van een mountainbike inclusief alle tandraderen, een vlakschuurmachine, nog twee fietswielen, een stoomstrijkijzer, met daaronder een plastic tas vol met klerenhangers, een kapot mobieltje, een rolmaat en een trainingsjack dat al met mos was bedekt. Dat lag allemaal in het bos vlak bij de N11. Wat bezielt mensen om dergelijke dingen in de natuur achter te laten?

Wilck

De knotploeg leverde ook een bijdrage aan het oprichten van twee uitkijkheuvels aan de randen van De Wilck. Wij brachten de prachtige, door Andries Kerkvliet vakkundig gemaakte, trappen naar de heuvels en brachten ze daar aan. Ook zorgden we voor het aanbrengen van de beplanting. Tot slot werden ook de infopanelen aangebracht, met daarop prachtige foto's van .

IJsmannetje
IJsmannetje van Amalia

Natuurlijk werden ook de snipperpaden weer van nieuwe houtsnippers voorzien.mocht ze weer van zijn baas, firma De Wit groenvoorzieningen, meenemen in zijn vrachtwagen. Dankzij de behendigheid vanin de bediening van zijn kraan en laadschep werden de kruiwagens snel gevuld. De klus was daardoor zo geklaard.

We mochten op kosten van SBB een dagje een kraan met machinist gebruiken. In maart was het zo ver. De kraan reviseerde de oeverzwaluwen- en of ijsvogelwand bij de ooievaarspaal, maakte in die buurt ook twee paddenpoelen en ging tenslotte naar de Oost vaart, waar hij wat greppels langs het fietspad uitdiepte. Nog niet diep genoeg naar mijn zin. Er komt op deze wijze nog niet voldoende water in, om permanent nat te staan. Dus blijft het achterliggende elzenbos
nog te goed bereikbaar voor onverlaten, al dan niet met hond. Misschien kan het kraantje volgend seizoen nog eens terugkomen voor deze klus? Of doen we het komende zomer “gewoon” met de hand?

Over onverlaten gesproken: in één van de twee essenhakhoutpercelen was een eenpersoonstent gemaakt van takken, touw en heel veel plastic. Er was een diep kuiltje bij gegraven, waarschijnlijk de latrine. In en om de tent lag achtergelaten plastic en metalen afval. Bovendien was een grote pol sneeuwklokjes uitgegraven en die lag te verdrogen. Dit was geen onschuldig speelhutje van kleine kinderen. De knotploeg heeft de tent daarom afgebroken en de omgeving opgeruimd.

Hartverwarmend en opgeruimd
Hartverwarmend en opgeruimd

Afsluiting

De laatste knotdag viel dit jaar op 17 maart. Ik vierde na afloop daarvan traditiegetrouw mijn verjaardag. De opkomst voor deze laatste dag was enorm: maar liefst 30 knotters waren aan de slag. Een mooie afsluiting van dit seizoen. De werkgroep bestaat nu uit 34 vaste vrijwilligers. Er waren totaal 15 knotdagen met een gemiddelde opkomst van 25 deelnemers. Op 140 dagen was er een activiteit aan het Spookverlaat: Op 70 dagen werkzaamheden voor SBB (477 vrijwilligersdagen). Op 38 dagen werkzaamheden/klussen rond de Zaagbek, Specht en erfbeplanting van(232 vrijwilligersdagen) Op 32 dagen ong. 95 m3 hout zagen, kloven en bezorgen ( 161 vrijwilligersdagen). Opgeteld gaat het dan om totaal 870 vrijwilligersdagen. Dat mag toch een echt bedrijf genoemd worden?


Mee knotten kan, lees meer over een ochtend knotten en kom eens kijken op een zaterdagochtend!